Ik zal waarschijnlijk nooit meer voor een baas werken, zoals het er nu naar uitziet. Dat klinkt als een benauwend idee voor de meeste mensen van de beroepsbevolking. Wat?? Geen werk? Hoe kom je dan rond? Je hebt toch een hypotheek? Verplichtingen? Het gros vindt het helemaal prima en prettig om bij een baas te werken en in loondienst te zijn. De welbekende comfortzone.
Dat begrijp ik goed. Ik heb het jaaaaaaren helemaal super gehad bij een baas. En toch… de laatste jaren werden de bazen en ik een minder goed duo. De comfortzone werd eigenlijk heel oncomfortabel. Dat is helemaal niet negatief bedoeld. De ontwikkeling die ik heb doorgemaakt als medewerker, als mens, heeft me simpelweg een andere richting opgestuurd. Dat ging gerust niet zonder slag of stoot (noch zonder traan!). Ik heb dingen meegemaakt waarvan ik weet dat ze anders hadden kunnen gaan. Ik stel mezelf regelmatig de vraag: wat had ik daarin anders kunnen doen?
Maar weet je? Dat laatste is niet altijd in antwoorden te vangen. Er spelen tenslotte veel verschillende factoren mee in de keuzes die je maakt. Niet alleen waar het een baan betreft. Deze keuze is echter behoorlijk bepalend voor je eigen wel en wee en heeft direct effect op mensen om je heen. Zowel je collega’s als in je privé-omgeving.
Mijn carriêrepad
Terugblikkend op mijn werkverleden kan ik met mijn hele hart zeggen dat ik uit een hele mooie werkomgeving kom, waar ik als een van de jongste medewerkers ooit mocht starten als intercedente (intercederen betekent niets meer of minder dan bemiddelen). Ik voelde direct: this is me. Onwijs… wat paste die rol me als een jas. Vanaf de eerste dag tot de laatste heb ik geleerd en genoten met veel fantastische collega’s en klanten.
Fast forward: mijn bloed zag na meer dan twintig jaar bijna Randstad-blauw toen ik de organisatie verliet om een hele mooie nieuwe uitdaging aan te gaan: een nieuw team opzetten, de juiste mensen op de juiste plek en in feite gewoon een bedrijf bouwen. Doodeng. En toch ook weer TOP… met alles wat ik in al die jaren geleerd had, ging ik op pad binnen andere organisaties. Mijn reis door verschillende organisaties begon.
Jarenlang ging dat goed. Bedrijven vonden mijn werk en inzichten geweldig, omdat ik de boel op scherp stelde. Ik heb samen met de directie nieuwe strategieën opgezet, die andere mensen vervolgens fantastisch hebben uitgevoerd. Maar ik zag ook de pijn en de angst om te veranderen. Vooral bij de directie. De comfortzone was voor iedereen lekker veilig. Maar voor mij des te minder: mijn visie werd sterker en ik kon mijn ei niet kwijt als medewerker die zag hoe belangrijk de verandering was voor succes op lange termijn.
Korte pijn, lang geluk
‘Ja maar Jolanda, wat doe je nu dan?’
Nou, nu vlieg ik dus helemaal vrij om mijn eigen visie neer te zetten bij de organisaties die wél toe zijn aan change. Ik herken het dilemma bij het MKB: ze weten dat er iets moet gebeuren, maar zijn bang voor de pijn. Misschien herken je dat wel. Ik kan je beloven: die korte pijn leidt tot lang geluk. Die comfortzone is op termijn juist gevaarlijk.
Ik maak te vaak mee dat mensen te lang in de comfortabele zone blijven hangen. Op de automatische piloot de bekende dingen aanhouden. Niet erg als je daarvoor kiest, maar be prepared: verandering is onvermijdelijk, jij bepaalt hoe relevant je blijft in de nieuwe economie. Dat geldt ook voor bedrijven. Te lang ergens blijven hangen, tegenaan hikken, denken dat het wel goed gaat komen, werkt tegen je. Opeens ontkom je niet meer aan harde maatregelen, omdat je te lang hebt vastgehouden aan ’t ‘het gaat toch goed-scenario’.
Dat kan anders. En daar help ik mee. Daarom zeg ik dus: het ziet ernaar uit dat ik niet meer voor een baas ga werken. Ik vind het zonde (zelfs nodig!) om mijn kennis niet voor één bedrijf in te zetten, maar voor meerdere. Zo kan ik meer positieve impact hebben.
Ik zet al mijn kennis en ervaring in om de bewegingen in gang te zetten. Van bedrijven, teams en individuen. Dat kan ik het beste doen als voorbijganger, maar wel een die ervoor zorgt dat wat we hebben afgesproken ook gaan DOEN. Er loopt geen bloed uit (dat probeer ik juist te voorkomen) maar het doet soms wel een beetje pijn.
Korte pijn, lang geluk. Ik hoop iedereen in mijn rol als ‘wereldveranderaar’ te inspireren met deze visie. Het is een heel goed recept